Afgelopen week nam ik een weekje vrij om de feedback van een enthousiaste uitgever te verwerken voor mijn nieuw boek. De redacteur had drie puntjes van verbetering opgenoemd en ik dacht dat ik dat wel ‘even’ kon fixen in een weekje, maar dat viel enorm tegen.
De stijl en vorm van het verhaal
Een van die verbeterpunten, ging over ‘de stijl’ en ‘de vorm’. Het boek kwam er te langzaam van op gang. Het verhaal is namelijk een biografie en ik had daardoor voor een chronologische verhaallijn gekozen met een hij/zij perspectief, waarbij je voortdurend meekijkt over de schouder van de hoofdpersoon. Een voor de hand liggende keus dacht ik zo.
Proloog
Na contact op te hebben genomen met een schrijfcoach, wist ik het eerste hoofdstuk -de jeugd van de hoofdpersoon- al een stuk scherper neer te zetten. Verder had ik zelf bedacht dat ik misschien met een proloog kon beginnen om een inkijkje te geven in het eerste gesprek tussen de auteur en degene waar het boek over gaat. Een gesprek waaruit duidelijk wordt waarom de auteur en de hoofdpersoon vinden dat die biografie er moest komen. Met die proloog zou ik de lezer nieuwsgierig maken naar de rest van het verhaal. Een methode die je veel auteurs ziet toepassen.
Daarmee dacht ik ‘stijl’ en ‘vorm’ afgevinkt te hebben, maar toch bleef het aan me knagen. Gingen een proloog en een aangescherpt eerste hoofdstuk echt de truc doen? Om tot een antwoord te komen, besloot ik om vier boeken erbij te pakken die indruk op me hebben gemaakt. Ik bestudeerde hun opbouw en al snel kwam ik tot de conclusie dat er in vrijwel elk boek gespeeld wordt met perspectief en met tijd. Iets wat ik zelf helemaal niet doe.
Meerdere verhaallijnen en perspectieven
Hoe doe je dat dan? Spelen met perspectieven? Je kunt bijvoorbeeld drie personages hebben die in hetzelfde dilemma verstrikt zijn geraakt en per hoofdstuk wisselen vanuit wiens perspectief je naar de situatie kijkt. Dat doet al veel met de dynamiek van een verhaal.
Dan Brown bijvoorbeeld speelt ook met perspectieven door je doorgaans over de schouder van Professor Langdon mee te laten kijken, maar af en toe maakt hij een uitstapje naar de duistere plannen van de slechterik.
Waar je als auteur ook nog voor kunt kiezen, is het kiezen van drie personages met drie verschillende verhaallijnen die elkaar uiteindelijk kruisen. Zo wordt het toch één geheel maar toch ook een levendig verhaal.
Chronologisch of juist niet?
Een ander fenomeen, wat ik net ook al noemde, is spelen met tijd en dat was echt een eye-opener. Werkelijk al mijn verhalen zijn chronologisch geschreven en ik las na wat research op internet (waaronder dit artikel van de Schrijfvis) dat dat heel typerend is voor een schrijver, maar helaas ook een echte valkuil. Een schrijver wil namelijk heel graag uitleggen hoe alles begon, hij/zij wil je meenemen in hoe de hoofdpersoon terecht is gekomen in de situatie waar die zich in bevindt. Maar eigenlijk zijn er in het echte leven ook heel weinig situaties waarin je chronologisch vertelt, omdat het gewoonweg niet zo logisch is.
Als jij je voorstelt aan iemand, dan vertel je over wie je NU bent. Je begint niet meteen heel je levensverhaal op te lepelen met ‘toen ik een baby was…’. Je vertelt eigenlijk wie je NU bent en wat je NU in je dagelijks leven doet. Als de ander interesse heeft, ga je je achtergrond steeds verder uitrollen.
‘Ik werk nu in de IT, maar heb eigenlijk journalistiek gestudeerd.’
‘O, hoe is dat zo gekomen?
‘Het leek me vroeger altijd heel leuk om verhalen te schrijven, voor bijvoorbeeld een krant of tijdschrift. Daarom ging ik journalistiek studeren. Maar uiteindelijk realiseerde ik me dat de praktijk toch anders is dan dat ik me had voorgesteld.”
Zie je hoe het sprongetje wordt gemaakt naar een eerder stadium van mijn leven? Zo werkt dat eigenlijk dus ook in een boek.
Spanningsbogen
Als schrijver wil je de lezer continu nieuwsgierig genoeg hebben om verder te lezen. Je bent bezig met het creëren van spanningsbogen. Wanneer je een verhaal van A tot Z vertelt in chronologische volgorde, is het veel moeilijker om die spanningsopbouw te creëren. Daarom is het eigenlijk gewoonweg een must om een beetje te goochelen met tijd, door middel van flashbacks, wat ook weer prima gecombineerd kan worden met verschillende perspectieven en karakters.
Al met al, ik heb nog wel even nodig voordat de herziene versie klaar is 😉 Maar ik wilde dit inzicht graag met je delen.